- airdock als zelfstandig naamwoord:
- 1
airdock
zelfstandig naamwoord
1 airdock
A large structure at an airport where aircraft can be stored and maintained.
synoniemen: hangar, repair shed.
Nederlands: hangaar, hangar, vliegtuigloods
Pools: hangar
Vind elders meer over airdock: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.
debug info: 0.0147