- biceps als zelfstandig naamwoord:
- 1
biceps
zelfstandig naamwoord
1 biceps
Any skeletal muscle having two origins (but especially the muscle that flexes the forearm).
Nederlands: elleboogbuiger, armbuigspier, biceps
Pools: biceps
Moby betekeniswoordenboek: adductor, arm, buccinator, elbow, forearm, gemellus, gluteus maximus, infraspinatus, intercostal, latissimus dorsi, levator, masseter, mentalis, mylohyoid, nasalis, oblique, occipitalis, omohyoid, pectineus, pectoralis ... meer laten zien.
Vind elders meer over biceps: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.
debug info: 0.015