Engelse synoniemen over ons - contact  

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

carnivore

zelfstandig naamwoord

1 carnivore

A terrestrial or aquatic flesh-eating mammal.

Nederlands: carnivoor, vleeseter
Pools: mięsożerca

2 carnivore

Any animal that feeds on flesh.

Nederlands: carnivoor, vleeseter


Moby betekeniswoordenboek: Brillat-Savarin, Chiroptera, Lagomorpha, Lucullus, Primates, Rodentia, amphibian, aquatic, biped, board-and-roomer, boarder, bon vivant, canine, cannibal, connoisseur of food, consumer, cosmopolite, diner, diner-out, eater ... meer laten zien.

Vind elders meer over carnivore: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.

debug info: 0.029