- cheat on als werkwoord:
- 1
cheat on
werkwoord
1 cheat on
Be sexually unfaithful to one's partner in marriage.
synoniemen: betray, cheat, cuckold, wander.
Nederlands: bedriegen, echtbreken, hoorndrager, vals spelen, vreemdgaan
Vind elders meer over cheat on: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.
debug info: 0.0152