- Christmastime als zelfstandig naamwoord:
- 1
Christmastime
zelfstandig naamwoord
1 Christmastime
Period extending from Dec. 24 to Jan. 6.
synoniemen: Christmas, Christmastide, Noel, Yule, Yuletide.
Nederlands: Kerstmis, Joelfeest, kersttijd
Pools: Boże Narodzenie
Vind elders meer over christmastime: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.
debug info: 0.0241