- dentist als zelfstandig naamwoord:
- 1
dentist
zelfstandig naamwoord
1 dentist
A person qualified to practice dentistry.
synoniemen: dental practitioner, tooth doctor.
Nederlands: tandarts
Pools: dentysta, lekarz dentysta, stomatolog
Vind elders meer over dentist: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.
debug info: 0.0186