- floozy als zelfstandig naamwoord:
- 1
floozy
zelfstandig naamwoord
1 floozy
A prostitute who attracts customers by walking the streets.
synoniemen: floozie, hooker, hustler, slattern, street girl, streetwalker.
Nederlands: deerne, straatprostituee, straatmeid, straatmadelief, tippelaarster, cocotte, gondel, hip, hoer, kalle ... meer laten zien
Pools: ulicznica, dziewczyna uliczna
Moby betekeniswoordenboek: Jezebel, bad woman, baggage, bitch, broad, chippy, clitoromaniac, cocotte, drab, easy lay, easy woman, frail sister, grisette, harridan, hussy, hysteromaniac, jade, loose woman, nymph, nymphet ... meer laten zien.
Vind elders meer over floozy: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.
debug info: 0.03