- freehand als bijvoeglijk naamwoord:
- 1
freehand
bijvoeglijk naamwoord
1 freehand
Done by hand without mechanical aids or devices:
— A freehand drawing.
synoniem: freehanded.
Moby betekeniswoordenboek: blunt, candid, direct, free hand, free-acting, free-going, free-moving, free-spoken, freehanded, graphic, monochrome, open, outspoken, painty, pastose, photographic, pictorial, picturable, pictural, picturesque ... meer laten zien.
Vind elders meer over freehand: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.
debug info: 0.0158