- gringo als zelfstandig naamwoord:
- 1
gringo
zelfstandig naamwoord
1 gringo
A Latin American (disparaging) term for foreigners (especially Americans and Englishmen).
Pools: gringo
Moby betekeniswoordenboek: Uitlander, alien, barbarian, deracine, displaced person, emigre, exile, foreign devil, foreigner, outlander, outlaw, outsider, refugee, stranger, the Wandering Jew, tramontane, ultramontane, wanderer.
Vind elders meer over gringo: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.
debug info: 0.0144