- housebroken als bijvoeglijk naamwoord:
- 1
housebroken
bijvoeglijk naamwoord
1 housebroken
of pets Trained to urinate and defecate outside or in a special place:
— Housebroken pets.
synoniem: house-trained.
Moby betekeniswoordenboek: broken, brought low, chastened, crushed, domesticated, dovelike, gentle, housebroke, humble, humbled, humiliated, lamblike, made to grovel, meek, mild, pacific, peaceable, quelled, quiet, reduced ... meer laten zien.
Vind elders meer over housebroken: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.
debug info: 0.0255