Engelse synoniemen over ons - contact  

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

ironing

zelfstandig naamwoord

1 ironing

Garments (clothes or linens) that are to be (or have been) ironed.

Nederlands: strijken, strijkgoed, strijkijzer

2 ironing

The work of using heat to smooth washed clothes in order to remove any wrinkles.


Vind elders meer over ironing: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.

debug info: 0.0335