- livestock als zelfstandig naamwoord:
- 1
livestock
zelfstandig naamwoord
1 livestock
Any animals kept for use or profit.
synoniemen: farm animal, stock.
Nederlands: levende have, landbouwhuisdier, stal, vee, veestapel
Pools: inwentarz żywy
Moby betekeniswoordenboek: Animalia, and fish, animal kingdom, animal life, animality, beasts, beasts of field, beasts of prey, big game, birds, brute creation, cattle, domestic animals, fauna, furry creatures, game, small game, stock, wild animals, wildlife.
Vind elders meer over livestock: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.
debug info: 0.0149