- past times als zelfstandig naamwoord:
- 1
past times
zelfstandig naamwoord
1 past times
The time that has elapsed.
synoniemen: past, yesteryear.
Nederlands: voorbije, weleer, verleden
Pools: przeszłość
Vind elders meer over past times: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.
debug info: 0.0347