- prevaricator als zelfstandig naamwoord:
- 1
prevaricator
zelfstandig naamwoord
1 prevaricator
A person who has lied or who lies repeatedly.
synoniem: liar.
Nederlands: bedrieger, draaikont, jokkebrok, leugenaar, liegbeest
Pools: kłamca, łgarz
Moby betekeniswoordenboek: Ananias, Baron Munchausen, Father of Lies, Satan, Sir John Mandeville, captious critic, caviler, consummate liar, dirty liar, equivocator, fabricator, fabulist, false witness, falsifier, fibber, fibster, habitual liar, hairsplitter, hedger, liar ... meer laten zien.
Vind elders meer over prevaricator: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.
debug info: 0.0155