- rooftop als zelfstandig naamwoord:
- 1
rooftop
zelfstandig naamwoord
1 rooftop
The top of a (usually flat) roof.
Moby betekeniswoordenboek: ceiling, clerestory, eaves, housetop, lantern, overhead, penthouse, plafond, ridgepole, roof, roof garden, roof-deck, roofage, roofing, roofpole, rooftree, shingles, skylight, slates, surface ... meer laten zien.
Vind elders meer over rooftop: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.
debug info: 0.015