- run around als werkwoord:
- 1
run around
werkwoord
1 run around
Play boisterously.
synoniemen: cavort, disport, frisk, frolic, gambol, lark, lark about, rollick, romp, skylark ... meer laten zien.
Nederlands: rondspringen, dartelen, steigeren, rollebollen, rondhuppelen, dollen, raggen, ravotten, robbedoezen, stoeien
Vind elders meer over run around: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.
debug info: 0.03