Engelse synoniemen over ons - contact  

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

shoestring

zelfstandig naamwoord

1 shoestring

A lace used for fastening shoes.

synoniemen: shoe lace, shoe string, shoelace.

Nederlands: veter, nestel, rijgsnoer, schoenveter

2 shoestring

A small amount of money:
— He managed it on a shoestring.

synoniem: shoe string.


Vind elders meer over shoestring: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.

debug info: 0.0293