snoot
zelfstandig naamwoord
1 snoot
2 snoot
Moby betekeniswoordenboek: antlia, beak, beezer, bill, bugle, conk, high-hat, muffle, muzzle, nares, neb, nib, nose, nostrils, nozzle, olfactory organ, pecker, proboscis, rhinarium, rostrum ... meer laten zien.
Vind elders meer over snoot: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.
debug info: 0.0277