Engelse synoniemen over ons - contact  

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

spick

zelfstandig naamwoord

1 spick

ethnic slur Offensive term for persons of Latin American descent.

synoniemen: spic, spik.

Nederlands: Spik, Iberiƫr, Spanjaard, Spanjool
Pools: Latynoamerykanin, Latynos

bijvoeglijk naamwoord

1 spick

Completely neat and clean:
— A spick-and-span kitchen.

synoniemen: immaculate, speckless, spic, spic-and-span, spick-and-span, spotless.

Pools: przeczysty


Vind elders meer over spick: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.

debug info: 0.0201