- strangling als zelfstandig naamwoord:
- 1
strangling
zelfstandig naamwoord
1 strangling
The act of suffocating (someone) by constricting the windpipe.
synoniemen: choking, strangulation, throttling.
Nederlands: worging, wurging, asfyxiatie, suffocatie, verstikking
Pools: duszenie
Moby betekeniswoordenboek: asphyxia, asphyxiation, beheading, burking, burning, capital punishment, censorship, choke, choking, constrictive, contrary, counterproductive, crackdown, crosswise, crucifixion, crushing, decapitation, decollation, defenestration, drowning ... meer laten zien.
Vind elders meer over strangling: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.
debug info: 0.0172