- summertime als zelfstandig naamwoord:
- 1
summertime
zelfstandig naamwoord
1 summertime
The warmest season of the year; in the northern hemisphere it extends from the summer solstice to the autumnal equinox.
synoniem: summer.
Nederlands: zomertijd, zomer, zomerseizoen
Pools: lato
Vind elders meer over summertime: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.
debug info: 0.0146