- suspender als zelfstandig naamwoord:
- 1
suspender
zelfstandig naamwoord
1 suspender
Elastic straps that hold trousers up (usually used in the plural).
Nederlands: beugel, jarretel, jarretel(le), jarretelle, kousophouder, ophouder, sokophouder
Pools: szelka
Moby betekeniswoordenboek: bar, belt, boom, braces, button, clotheshorse, clothespin, crane, gallows, galluses, garter, gibbet, hake, hanger, hook, horse, knob, nail, pair of suspenders, peg ... meer laten zien.
Vind elders meer over suspender: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.
debug info: 0.0148