- tricker als zelfstandig naamwoord:
- 1
tricker
zelfstandig naamwoord
1 tricker
Someone who plays practical jokes on others.
synoniemen: cut-up, hoaxer, practical joker, prankster, trickster.
Nederlands: schavuit, Tricker, practical joker, practical-joker
Pools: figlarz, numerant
Vind elders meer over tricker: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.
debug info: 0.0149