- white birch als zelfstandig naamwoord:
- 1
white birch
zelfstandig naamwoord
1 white birch
European birch with dull white to pale brown bark and somewhat drooping hairy branches.
synoniemen: Betula pubescens, downy birch.
Pools: brzoza omszona
Vind elders meer over white birch: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.
debug info: 0.0146