Engelse synoniemen over ons - contact  

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

worshiper

zelfstandig naamwoord

1 worshiper

Someone who admires too much to recognize faults.

synoniem: worshipper.

Nederlands: vereerder
Pools: czciciel

2 worshiper

A person who has religious faith.

synoniemen: believer, worshipper.

Nederlands: kerkganger, gelovige, vereerder, aanbidder, duivelsdienaar
Pools: wierzÄ…cy, wyznawca


Moby betekeniswoordenboek: admirer, adorer, amateur, beadsman, booster, buff, celebrant, chapelgoer, churchgoer, collector, communicant, congregation, daily communicant, devotee, dilettante, evangelist, fan, fancier, follower, groupie ... meer laten zien.

Vind elders meer over worshiper: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.

debug info: 0.0364