deafness
Roget-categorie 419
3. Words relating to matter› 3.3. Organic matter
›› 3.3.2. Sensation
#419.
Deafness
zelfstandig naamwoord
deafness,
hardness of hearing,
surdity† —
inaudibility,
inaudibleness†.
werkwoord
be deaf
etc.
adj. —
have no ear —
shut one's ears,
stop one's ears,
close one's ears —
turn a deaf ear to.
render deaf,
stun,
deafen.
bijvoeglijk naamwoord
deaf,
earless†,
surd —
hard of hearing,
dull of hearing —
deaf-mute,
stunned,
deafened —
stone deaf —
deaf as a post,
deaf as an adder,
deaf as a beetle,
deaf as a trunkmaker†.
inaudible,
out of hearing.
uitdrukking
hear no evil.
(6)
Light
(i)
LIGHT IN GENERAL
De inhoud op deze pagina komt rechtstreeks uit Project Gutenberg Etext of Roget's Thesaurus No. Two, die bestaat uit het deskundige werk van Peter Mark Roget aangevuld met recenter materiaal. Voor betere leesbaarheid zijn er wat wijzigingen in de opmaak aangebracht..
Vetgedrukte nummers geven verwante Roget-categorieën aan.. Een obelisk-symbool (†) volgt op archaïsche woorden die niet langer courant zijn..
debug info: 0.0008