Engelse synoniemen over ons - contact  

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

agenda

zelfstandig naamwoord

1 agenda

A temporally organized plan for matters to be attended to.

synoniemen: docket, schedule.

Nederlands: plan, agenda, dagindeling, programma, schema, tijdpad, tijdplan, tijdschema
Pools: porządek dzienny

2 agenda

A list of matters to be taken up (as at a meeting).

synoniemen: agendum, order of business.

Nederlands: agenda, borderel
Pools: porządek dzienny


Moby betekeniswoordenboek: batting order, beadroll, bill, bill of fare, blueprint, budget, cadastre, calendar, card, carte du jour, census, census report, checklist, checkroll, docket, dramatis personae, head count, honor roll, jury list, jury panel ... meer laten zien.

Vind elders meer over agenda: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.

debug info: 0.0297