- bicyclist als zelfstandig naamwoord:
- 1
bicyclist
zelfstandig naamwoord
1 bicyclist
A person who rides a bicycle.
synoniemen: bicycler, biker, cyclist, wheeler.
Nederlands: fietser, peddelaar, wielrenner, wielrijder
Pools: cyklista, rowerzysta
Vind elders meer over bicyclist: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.
debug info: 0.0157