Engelse synoniemen over ons - contact  

cyclist

zelfstandig naamwoord

1 cyclist

A person who rides a bicycle.

synoniemen: bicycler, bicyclist, biker, wheeler.

Roget 268: traveler, wayfarer, voyager, itinerant, passenger, commuter.    tourist, excursionist, explorer, adventurer, mountaineer, hiker, backpacker, ... meer laten zien

Nederlands: fietser, peddelaar, wielrenner, wielrijder
Pools: cyklista, rowerzysta


Vind elders meer over cyclist: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.

debug info: 0.0367