- blueness als zelfstandig naamwoord:
- 1
blueness
zelfstandig naamwoord
1 blueness
Blue color or pigment; resembling the color of the clear sky in the daytime.
synoniem: blue.
Roget 438: blue etc. adj.; garter-blue; watchet†. [Pigments] ultramarine, smalt, cobalt, cyanogen [Chem]; Prussian blue, syenite blue†; bice†, indigo; ... meer laten zien
Nederlands: hemelsblauw, lazuur, azuur, blauw
Pools: niebieskość
Vind elders meer over blueness: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.
debug info: 0.0153