- bric-a-brac als zelfstandig naamwoord:
- 1
bric-a-brac
zelfstandig naamwoord
1 bric-a-brac
Miscellaneous curios.
synoniemen: knickknack, knickknackery, nicknack, whatnot.
Nederlands: wat niet, bric-à-brac, dingsigheidje, frutsel, frutseltje, gadget, hebbeding, hebbedingetje, niemendalletje, snuisterij ... meer laten zien
Pools: drobnica, drobiazg
Moby betekeniswoordenboek: art object, bauble, bibelot, brainchild, chaff, chicken feed, chickenshit, classic, composition, creation, design, details, fribble, froth, gaud, gewgaw, gimcrack, gimcrackery, grotesque, kickshaw ... meer laten zien.
Vind elders meer over bric-a-brac: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.
debug info: 0.0256