- challenger als zelfstandig naamwoord:
- 1
challenger
zelfstandig naamwoord
1 challenger
The contestant you hope to defeat.
synoniemen: competition, competitor, contender, rival.
Nederlands: concurent, tegenstander, concurrent, rivaal, mededinger, uitdager, concurrentie
Pools: rywal, przeciwnik, kontrpartner, konkurent, współzawodnik
Vind elders meer over challenger: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.
debug info: 0.0152