Engelse synoniemen over ons - contact  

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

tier

zelfstandig naamwoord

1 tier

A relative position or degree of value in a graded group.

synoniemen: grade, level.

Roget 69: continuity; consecution, consecutiveness etc. adj.; succession, round, suite, progression, series, train chain; catenation, concatenation; ... meer laten zien

Roget 204: layer, stratum, strata, course, bed, zone, substratum, substrata, floor, flag, stage, story, tier, slab, ... meer laten zien

Pools: sort

2 tier

Any one of two or more competitors who tie one another.

3 tier

A worker who ties something.

synoniem: tier up.

4 tier

Something that is used for tying.

5 tier

One of two or more layers one atop another.


Moby betekeniswoordenboek: Indian file, array, articulation, band, bank, bed, bedding, belt, buzz, category, catena, catenation, chain, chain reaction, chaining, concatenation, connection, consecution, continuum, couche ... meer laten zien.

Vind elders meer over tier: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.

debug info: 0.0357