Engelse synoniemen over ons - contact  

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

commensal

zelfstandig naamwoord

1 commensal

Either of two different animal or plant species living in close association but not interdependent.

Nederlands: disgenoot, kostganger, tafelgenoot
Pools: komensal

bijvoeglijk naamwoord

1 commensal

Living in a state of commensalism.


Moby betekeniswoordenboek: cannibal, cannibalistic, carnivorous, coacting, coactive, coadjutant, coadjuvant, coefficient, collaborative, collective, collectivist, collectivistic, collusive, combined, common, communal, communalist, communalistic, communist, communistic ... meer laten zien.

Vind elders meer over commensal: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.

debug info: 0.0185