- connector als zelfstandig naamwoord:
- 1
connector
zelfstandig naamwoord
1 connector
An instrumentality that connects:
— He didn't have the right connector between the amplifier and the speakers.
synoniemen: connecter, connection, connective, connexion.
Nederlands: verbindingsstuk, connector, koppeling, verbinding
Vind elders meer over connector: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.
debug info: 0.0296