Engelse synoniemen over ons - contact  

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

attachment

zelfstandig naamwoord

1 attachment

A feeling of affection for a person or an institution.

synoniem: fond regard.

Roget 43: junction; joining etc. v.; joinder [Law], union connection, conjunction, conjugation; annexion, annexation, annexment; astriction, attachment, compagination, ... meer laten zien

Roget 897: love; fondness etc. adj.; liking; inclination etc. (desire) 865; regard, dilection, admiration, fancy.    affection, ... meer laten zien

Nederlands: toewijding, gehechtheid, genegenheid
Pools: przywiązanie

2 attachment

A supplementary part or accessory.

Nederlands: toebehoren, hulpstuk

3 attachment

A writ authorizing the seizure of property that may be needed for the payment of a judgment in a judicial proceeding.

Nederlands: beslaglegging

4 attachment

A connection that fastens things together.

synoniem: bond.

Nederlands: metselverband, steenverband

5 attachment

Faithful support for a cause or political party or religion:
— Attachment to a formal agenda.

synoniemen: adherence, adhesion.

Nederlands: trouw zijn aan, adhesie, steun, toewijding, trouw, aanhankelijkheid
Pools: adhezja

6 attachment

The act of attaching or affixing something.

synoniem: affixation.

Nederlands: gehechtheid

7 attachment

The act of fastening things together.

synoniem: fastening.

Nederlands: gehechtheid
Pools: umocowanie


Moby betekeniswoordenboek: Amor, Christian love, Eros, Platonic love, accession, accessory, accompaniment, accounting for, addenda, addendum, additament, addition, additive, additory, additum, adherence, adhesion, adhesive, adjunct, adjunction ... meer laten zien.

Vind elders meer over attachment: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.

debug info: 0.0531