- doddering als bijvoeglijk naamwoord:
- 1
doddering
bijvoeglijk naamwoord
1 doddering
Mentally or physically infirm with age:
— His mother was doddering and frail.
Moby betekeniswoordenboek: aged, anile, childish, childlike, crabbed, debilitated, decrepit, dilapidated, doddered, doddery, doited, doting, faltering, feeble, fossilized, frail, gerontal, gerontic, groggy, infirm ... meer laten zien.
Vind elders meer over doddering: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.
debug info: 0.0189