- farmhand als zelfstandig naamwoord:
- 1
farmhand
zelfstandig naamwoord
1 farmhand
Moby betekeniswoordenboek: Bauer, agriculturalist, agriculturist, agrologist, agronomist, coffee-planter, collective farm worker, crofter, cropper, cultivator, dirt farmer, dry farmer, farm laborer, farmer, gentleman farmer, granger, grower, harvester, harvestman, haymaker ... meer laten zien.
Vind elders meer over farmhand: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.
debug info: 0.0229