- granger als zelfstandig naamwoord:
- 1
granger
zelfstandig naamwoord
1 granger
A person who operates a farm.
synoniemen: farmer, husbandman, sodbuster.
Roget 371: agriculture, cultivation, husbandry, farming; georgics, geoponics†; tillage, agronomy, gardening, spade husbandry, vintage; horticulture, arboriculture†, floriculture; ... meer laten zien
Nederlands: landbouwer, veehouder, boer, boerin, farmer
Pools: gospodarz, rolnik
Vind elders meer over granger: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.
debug info: 0.0161