- foul-spoken als bijvoeglijk naamwoord:
- 1
foul-spoken
bijvoeglijk naamwoord
1 foul-spoken
Using foul or obscene language.
synoniem: foul-mouthed.
Roget 934: detracting etc. v.; defamatory, detractory†, derogatory, deprecatory; catty; disparaging, libelous; scurrile, scurrilous; abusive; ... meer laten zien
Vind elders meer over foul-spoken: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.
debug info: 0.0171