- freezer als zelfstandig naamwoord:
- 1
freezer
zelfstandig naamwoord
1 freezer
Electric refrigerator (trade name Deepfreeze) in which food is frozen and stored for long periods of time.
synoniemen: deep-freeze, deep freezer, Deepfreeze.
Roget 387: refrigerator, refrigeratory†; frigidarium†; cold storage, cold room, cold laboratory; icehouse, icepail, icebag, icebox; cooler, damper, polyurethane cooler; wine cooler. ... meer laten zien
Nederlands: diepvries, diepvriesinstallatie, diepvrieskast, diepvrieskist, diepvriezer, vrieskast, vrieskist, vriesvak, vriezer
Pools: zamrażarka
Moby betekeniswoordenboek: big house, bridewell, brig, calaboose, can, clink, cooler, coop, deep freeze, deep-freezer, freezing machine, hoosegow, ice machine, ice plant, ice-cream freezer, ice-cube machine, icehouse, jail, refrigerating engine, refrigerating machine ... meer laten zien.
Vind elders meer over freezer: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.
debug info: 0.0271