gleaming
zelfstandig naamwoord
1 gleaming
2 gleaming
An appearance of reflected light.
synoniemen: gleam, glow, lambency.
Nederlands: flonkering, fonkeling, glinstering, gloed, schijn, schijnsel, schittering
Pools: odblaskowość
bijvoeglijk naamwoord
1 gleaming
Bright with a steady but subdued shining:
— The gleaming brass on the altar.
Moby betekeniswoordenboek: aglow, beaming, beamy, blushing, bright and sunny, buffed, burning, burnished, candescent, finished, flushing, furbished, glace, glassy, glazed, gleamy, glinting, glistening, glossy, glowing ... meer laten zien.
Vind elders meer over gleaming: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.
debug info: 0.0327