Engelse synoniemen over ons - contact  

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

orient

zelfstandig naamwoord

1 Orient

The countries of Asia.

synoniem: East.

Nederlands: het [[Oosten]]
Pools: Azja, Orient, Wschód

2 orient

The hemisphere that includes Eurasia and Africa and Australia.

synoniem: eastern hemisphere.

Roget 236: laterality; side, flank, quarter, lee; hand; cheek, jowl, jole, wing; profile; temple, parietes [Lat.], loin, ... meer laten zien

werkwoord

1 orient

Be oriented.

synoniem: point.

2 orient

Determine one's position with reference to another point:
— We had to orient ourselves in the forest.

synoniem: orientate.

Nederlands: oriënteren

3 orient

Cause to point.

4 orient

Familiarize (someone) with new surroundings or circumstances.

Nederlands: oriënteren, inwerken

5 orient

Adjust to a specific need or market:
— A magazine oriented towards young people.

synoniem: tailor.


bijvoeglijk naamwoord

Roget 236: lateral, sidelong; collateral; parietal, flanking, skirting; flanked; sideling.    many sided; multilateral, bilateral, trilateral, quadrilateral.    Eastern; ... meer laten zien

Roget 420: shining etc. v.; luminous, luminiferous; lucid, lucent, luculent, lucific, luciferous; light, lightsome; bright, ... meer laten zien

Moby betekeniswoordenboek: acclimate, acclimatize, accommodate, accustom, adapt, adjust, aglow, assess, beaming, beamy, blushing, break, break in, bright and sunny, burning, candescent, case harden, condition, confirm, domesticate ... meer laten zien.

Vind elders meer over orient: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.

debug info: 0.0462