Engelse synoniemen over ons - contact  

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

ice skate

zelfstandig naamwoord

1 ice skate

Skate consisting of a boot with a steel blade fitted to the sole.

Nederlands: schaats

werkwoord

1 ice skate

Move along on ice skates.


Moby betekeniswoordenboek: coast, flit, flow, fly, glide, glissade, roller-skate, sail, sideslip, skate, skateboard, ski, skid, skim, sled, sleigh, slide, slip, slither, sweep ... meer laten zien.

Vind elders meer over ice skate: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.

debug info: 0.0203