immunize
werkwoord
1 immunize
Law: grant immunity from prosecution.
synoniem: immunise.
2 immunize
Perform vaccinations or produce immunity in by inoculation.
synoniemen: immunise, inoculate, vaccinate.
Nederlands: inoculeren, vaccineren, inenten
Vind elders meer over immunize: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.
immunizing
bijvoeglijk naamwoord
Roget 662: remedial; restorative etc. 660; corrective, palliative, healing; sanatory†, sanative; prophylactic, preventative, immunizing; salutiferous etc. ... meer laten zien
Vind elders meer over immunizing: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.
debug info: 0.0651