- intervening als bijvoeglijk naamwoord:
- 1
intervening
bijvoeglijk naamwoord
1 intervening
Occurring or falling between events or points in time.
Roget 228: interjacent†, intercurrent†, intervenient†, intervening etc. v., intermediate, intermediary, intercalary, interstitial; embolismal†. parenthetical, episodic; mediterranean; ... meer laten zien
Roget 631: instrumental; useful etc. 644; ministerial, subservient, mediatorial†; intermediate, intervening; conducive.
Moby betekeniswoordenboek: arbitrational, arbitrative, coming between, going between, intercessional, intercessory, intercurrent, interjacent, interlocutory, intermedial, intermediary, intermediate, intermediatory, intervenient, interventional, mean, medial, median, mediating, mediative ... meer laten zien.
Vind elders meer over intervening: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.
debug info: 0.0271