Engelse synoniemen over ons - contact  

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

looker

zelfstandig naamwoord

1 looker

A close observer; someone who looks at something (such as an exhibition of some kind).

synoniemen: spectator, viewer, watcher, witness.

Nederlands: getuige, kijker, toekijker, toeschouwer
Pools: oglÄ…dacz

2 looker

A very attractive or seductive looking woman.

synoniemen: beauty, dish, knockout, lulu, mantrap, peach, ravisher, smasher, stunner, sweetheart.

Nederlands: beauty, bout, moot, schone, schoonheid, seksbom
Pools: laska, laseczka, lasencja, sztuka


Moby betekeniswoordenboek: Miss America, TV-viewer, accepter, acquirer, addressee, audience, auditor, bathing beauty, beau ideal, beaut, beauty, beauty contest winner, beauty queen, beholder, belle, bird-watcher, bunny, bystander, charmer, consignee ... meer laten zien.

Vind elders meer over looker: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.

debug info: 0.0326