- nudist als zelfstandig naamwoord:
- 1
nudist
zelfstandig naamwoord
1 nudist
A person who practices nudity for reasons of health or religion.
synoniem: naturist.
Nederlands: naturisten, naaktloper, naturist, nudist
Pools: nudysta, naturysta
Moby betekeniswoordenboek: bald, bare, bare-ass, bareness, birthday suit, decollete, ecdysiast, gymnosophical, gymnosophist, gymnosophy, in native buff, in puris naturalibus, in the altogether, in the buff, in the raw, naked, nakedness, naturism, naturist, naturistic ... meer laten zien.
Vind elders meer over nudist: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.
debug info: 0.0277