- oafish als bijvoeglijk naamwoord:
- 1
oafish
bijvoeglijk naamwoord
1 oafish
Ill-mannered and coarse and contemptible in behavior or appearance:
— Her stupid oafish husband.
synoniemen: boorish, loutish, neandertal, neanderthal, swinish.
Pools: ordynarny, grubiaĆski
Moby betekeniswoordenboek: Boeotian, all thumbs, asinine, awkward, beef-brained, beef-witted, blockish, blunderheaded, blundering, boorish, bovine, bumbling, bungling, butterfingered, careless, chumpish, cloddish, clownish, clumsy, clumsy-fisted ... meer laten zien.
Vind elders meer over oafish: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.
debug info: 0.0364