Engelse synoniemen over ons - contact  

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

boorishness

zelfstandig naamwoord

1 boorishness

The manner of a rude or insensitive person.

Roget 851: vulgarity, vulgarism; barbarism, Vandalism, Gothicism; mauvis gout [Fr.], bad taste; gaucherie, awkwardness, want of tact; ill-breeding etc. (discourtesy) 895.    ... meer laten zien

Pools: wulgarność, barbarzyńskość, prostactwo, grubiaństwo, prostackość, chamstwo, ordynarność, prostaczość, grubiańskość

2 boorishness

Inelegance by virtue of being an uncouth boor.

synoniem: uncouthness.


Vind elders meer over boorishness: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.

debug info: 0.0401